
Ioanna Alperti
Raadgevend psycholoog - Synthese psychotherapeut, trainer volwassenen, wetenschappelijk verantwoordelijke van het NGO dagcentrum Iasis in Griekenland
De gezondheidspsychologie is gebaseerd op de beginselen van het biopsychosociale model volgens hetwelk alle oorzaken van het ziektebeeld van de patiënt worden gezocht, op organisch-psychologisch en sociaal niveau, ten einde het meest geschikte therapeutische interventieplan op te stellen. Het ziektebeeld van het individu is het zichtbare punt van interactie van de verschillende factoren die in het organisme op elkaar inwerken en van elkaar afhankelijk zijn en die de gezondheid of de ziekte bepalen.
Het biopsychosociale benaderingsmodel legt de nadruk op ziekte en gezondheid als twee communicerende vaten of twee tegengestelde kanten van dezelfde medaille. Volgens dit model wordt de mens gezien als één enkele entiteit waarvan de fysieke, emotionele en mentale aspecten als één geheel functioneren en in voortdurende wisselwerking staan met elkaar en met de fysieke en sociale omgeving.
Zoals wij het kunnen begrijpen, zijn gezondheidsstoornissen het gevolg van de onevenwichtigheid van deze factoren en moet een passende behandeling worden ontwikkeld op basis van al deze factoren en niet alleen de fysieke. Moderne interventies moeten een holistisch model volgen, in samenwerking met gespecialiseerde therapeuten en de zieke moet de invloed van de factoren als geheel begrijpen.
De actieve deelname van de zieke wordt beschouwd als een van de belangrijkste praktijken om de gezondheid te verbeteren of zelfs volledig te genezen. De actieve rol van de therapeuten en het besef van de patiënt dat zijn lichamelijke gezondheid wordt beïnvloed door het gedrag dat hij aanneemt en door de “gezondheid” van zijn omgeving in ruimere zin, worden dan ook beschouwd als zeer belangrijke factoren voor het verloop van de ziekte waaraan hij lijdt.
Het doel van het biopsychosociale model is de levenskwaliteit en de functionaliteit van de getroffen persoon zo goed mogelijk te handhaven.
In het geval van een auto-immuunziekte is het belangrijk om, naast de behandelende artsen (bijv.
Een belangrijke stap in de behandeling van een ziekte is de psycho-educatie van het individu over wat hij moet aanpakken om te begrijpen wat er met hem gebeurt en wat zijn vooruitgang beïnvloedt. De informatie van de behandelende arts en het eigen bewustzijn van het individu (hoe voelt het lichaam aan, voel ik veranderingen, van tijd tot tijd, wat zou van invloed kunnen zijn, wanneer er opflakkeringen zijn, wat zou ermee gepaard kunnen gaan, enz.
Cognitieve gedragstherapie (psychotherapeutische benadering) kan helpen bij het opsporen van de oorzaak van een auto-immuunziekte, die misschien niet de oorzakelijke factor is bij het ontstaan ervan, maar wel een versterkende factor bij het ontstaan, de opflakkering en de progressie van de ziekte. Psychologische ondersteuning is gericht op verzoening met de ziekte en het juiste beheer ervan.
Door middel van een breed scala aan technieken en methoden kan MDT de patiënt helpen emoties te beheersen (angst, woede, verdriet), negatieve gedachten te stoppen (cognitieve reconstructie) en daardoor gedrag te veranderen (vicieuze cycli doorbreken). Door ontspannings- en mindfulness-technieken zal de cliënt de controle over zijn leven kunnen herwinnen, zijn welzijnsniveau kunnen verbeteren en een betere levenskwaliteit kunnen opbouwen.
Naast de aanvaarding van de ziekte en de manier om ermee om te gaan, moet de therapeut, zoals hierboven vermeld, zijn of haar manier van gedrag inzien en herprogrammeren door een gezond voedingspatroon aan te nemen (vele recepten zijn te vinden in de desbetreffende rubriek van Madame Courgette), dagelijkse lichaamsbeweging en socialisatie via diverse activiteiten.
Bibliografie :
Engel GL. Psychologische Ontwikkeling in Gezondheid en Ziekte. Philadelphia: WB Saunders; 1962.
Engel, GL en Morgan ML. Interviewing van de Patiënt. Philadelphia: WB Saunders. 1973.
Engel GL. De behoefte aan een nieuw medisch model: Een uitdaging voor de biogeneeskunde. Wetenschap. 1977; 196: 129-36.
Borrell-Carrió F, Suchman AL, Epstein RM: Het biopsychosociale model 25 jaar later: principes, praktijk, en wetenschappelijk onderzoek. Ann Fam Med 2004;2:576-582.
Engel GL: De klinische toepassing van het biopsychosociale model. Am J Psychiatry 1980;137:535-544.
0 reacties op “Het biopsychosociale model bij ziektebeheersing”